De korting op secundaire arbeidsvoorwaarden in verband met de coronapandemie bij personeel van de Sociale Verzekeringsbank, SVB, blijft voorlopig van kracht. Die uitspraak deed de rechter naar aanleiding van een rechtszaak die een werkneemster aanspande tegen de SVB. Ze deed dit, omdat onder andere haar vakantiegeld werd ingehouden. Desondanks oordeelde de rechter dat deze maatregelen al waren besproken voordat ze ingingen, en ze daardoor de komende jaren zullen worden verlengd.
In het oordeel staat beschreven dat er al sprake was van bijzondere omstandigheden, omdat de coronapandemie ervoor zorgde dat de financiële positie van de SVB nog matiger werd dan dat hij al was. Daarnaast was de rechter van mening dat de kortingen binnen een breder pakket aan besparingsmaatregelen vallen. De financiële stand van zaken van de SVB is er nog niet op vooruitgegaan, waardoor de maatregelen voorlopig van kracht blijven.